Whale paradise
Whale paradise
We varen weg uit de baai van Boqueron met de meest platte zee ooit. Er staat een heel lange oceaan deining waar de boot rustig overheen gaat maar de wind laat het afweten, dat kan ook al eens plezant zijn, bovendien zijn dit de ideale condities om dolfijnen of walvissen te spotten. We varen op motor de Mona passage in en net voordat we in diep water terechtkomen spot ik 3 walvissen voor ons. We naderen hun erg rustig. Het zijn 2 volwassen bultruggen met een jong. Ze blijven ter plaatse hangen en als we de snelheid uit de boot halen, komen ze ons eens bekijken. Het geluid van hun ademhaling is indrukwekkend luid, het jong is erg speels, slaat met zijn staart op het water en springt zelfs een keer uit het water niet ver van de boot. Knap hoe ze zo’n groot lichaam zo soepel uit het water gezwommen krijgen, de splash als ze terug in het water vallen is gigantisch groot. Dit wil je niet té dicht bij de boot zien gebeuren. We spenderen wat tijd met de walvissen tot ze langere tijd onder water duiken. Tijd om verder te varen, de Dominicaanse Republiek is nog een heel eind.
Het is de rustigste oversteek ooit, het grootste deel varen we op motor omdat er gewoon geen wind is. ’s Avonds krijgen we een bries van 16 knopen, yes we kunnen zeilen. We zijn een beetje lui en rollen enkel de genua uit, blij met de stilte na al die uren motor lawaai. De boot beweegt erg comfortabel dus slapen is geen probleem. Als de zon opkomt, valt de wind weer weg dus de motor gaat weer aan.
We zijn ondertussen aan het begin van de grote Samana baai. Hier komen walvissen, bultruggen, heen tussen januari en eind maart om elkaar het hof te maken en te paren. Sinds zonsopgang zitten we al op uitkijk en ja hoor nog geen half uur later spot ik de spuit van walvissen. We wijken een beetje af van onze koers om dichterbij te komen. Deze keer is het een groep van 5 walvissen, misschien zelfs meer. Ze zwemmen richting zee, we houden afstand en varen parallel met hun mee. Wat een indrukwekkende dieren, we zien meerdere keren de typische staart waar water vanaf druipt net voordat ze onderduiken. Op een bepaald moment slaan ze met hun lange borstvinnen op het water, de witte onderkant blinkt in de zon. Hun borstvinnen kunnen wel tot 5,5m lang worden! Dit zijn typische gedragingen van de mannetjes bultrug om de aandacht van de vrouwtjes te krijgen. Ook met de staart op het water slaan maakt hier deel van uit. Erg speciaal om hier getuige van te mogen zijn. En moeilijk om te beslissen wanneer we verder varen. Het is nog een 3- tal uurtjes tot de ankerplaats maar in realiteit doen we er 5uur over. We komen verschillende groepjes bultruggen tegen als we verder de baai invaren en we nemen onze tijd om hiervan te genieten. We zien verschillende breachende walvissen, ze springen met hun heel bovenlijf volledig uit het water.
Walvissen zien we genoeg, zeker in de vroege uurtjes voordat de toeristische whale watch boten uitvaren. Er zijn heel wat regeltjes ivm het benaderen van walvissen, de afstand tov de walvissen, het aantal boten per groepje walvissen. We proberen steeds voldoende afstand te bewaren maar af en toe zwemmen ze zelf dichterbij. Als we de whale watch boten bezig zien hebben we echt geen zin om daarop te zitten. Ze jagen de walvissen op, telkens als de walvissen wat langer onder blijven en er komt op een andere plek een staart of borstvin boven water, varen ze full speed naar die andere plek, soms zelfs midden in een groep van walvissen. Op één plek zien we wel 8 bootjes rond de dezelfde groep walvissen hangen.
Ik denk dat wij meer respectvol zijn, we zetten onze motor af en dobberen wat rond op zee. Op die manier blijven er 3 walvissen bij ons in de buurt wel 45min rondhangen. Binnen in de kajuit van de boot kunnen we ze zelfs horen zingen, de romp van de boot in het water versterkt hun gezang, heel erg speciaal! Het wordt helemaal spectaculair als je ze uit het water ziet springen of met de lange witte borstvinnen op het water ziet slaan, deze kunnen wel tot 5m lang worden.
De baai van Samana staat al jaren bekend voor walvissen, tussen januari en maart komen ze naar hier om te paren. Einde maart vertrekken ze weer naar koudere gebieden op zoek naar voedsel. Hier zit er bijna geen voedsel voor hun, dus ze eten helemaal niet als ze hier zijn. Als we een hoge rug zien of een staart duiken ze onder en is het telkens opnieuw weer afwachten waar ze terug boven water komen om te ademen, dat kan soms in een heel andere richting zijn dan je verwacht. Gemiddeld blijven ze 7 tot 12minuten onder water dus ons geduld wordt meerdere keren op de proef gesteld.
We belanden zelfs in een grote groep dolfijnen, ze blijven rond de boot hangen zelfs als we de boot stilleggen. Deze kans kunnen we niet laten passeren, we springen om beurt in het water. In kleine groepjes van 4 komen de dolfijnen nieuwsgierig naar ons, hulpeloze mensen kijken. Ik hoor ze met elkaar communiceren via de typische klikgeluiden. Ik vraag me af wat ze tegen elkaar zeggen over ons. Ik voel me in ieder geval heel erg lomp en traag in het water met mijn snorkel en zwemvliezen.
Uiteindelijk komen we toch aan in de baai van de stad Santa Barbara de Samana, we ankeren langs het kleine met palmbomen begroeide eilandje dat in verbinding staat met de stad door een erg sierlijke voetgangersbrug van ongeveer een kilometer lang. Dit is één van de mooiere ankerplekken.
We zijn moe na de oversteek en het walvis spotten vraagt ook veel energie, je speurt constant geconcentreerd de zee af naar staarten of ademspuiten maar we zijn aangekomen in een nieuw land dus we krijgen nog geen rust. Eerst inklaren of we nu moe zijn of niet dat zal de douane worst wezen. We zoeken meestal op voorhand uit waar we moeten inklaren. Immigraties is vlakbij het dinghy dock, dat valt al mee. De agent hier wandelt zelfs met ons mee naar het douane kantoor, alles gebeurt hier nog op papier, dus die sailclear arrival die ik online invulde heeft geen nut. Na de douane moeten we nog langs bij de Armada, militairen op het water. Ze hebben foto’s nodig van onze boot, willen onze papieren nog eens zien en als we willen uitvaren hebben we een despacho (een document dat je toestemming geeft ergens heen te varen) nodig. Die vraag je aan de dag voor vertrek en ’s ochtends de volgende dag kan je de despacho afhalen op het kantoor van de Armada. Nogal wat gedoe, maar ja elk land heeft nu eenmaal zijn eigen regels.
Het stadje zelf doet ons een beetje denken aan Afrika, overal zie je stalletjes met groenten en fruit, er rijden moto-taxi’s en tuktuks rond om je ergens heen te brengen. Maar de rivier ligt vol met afval en plastic, er komen veel buizen met afval water uit in de baai. Voor elk ding dat je koopt, krijg je een plastic zakje, we leggen steeds opnieuw uit dat we dit niet willen, we hebben immers onze eigen rugzak bij.
De luide salsa muziek brengt je meteen weer terug in de Caraïben.
Los Haitises
De baai van Samana is ook gekend voor het mooie natuurreservaat Los Haitises. We vragen een despacho aan en hebben een rustige zeiltocht voor de wind naar de overkant van de baai. De baai van San Lorenzo biedt zeer goede beschutting tegen de meestal Oostelijke winden en we liggen hier dan ook heel rustig. Aangezien we in een natuurreservaat ankeren is hier ook geen bewoning, het is zelfs zo stil dat we de eerste nacht spontaan wakker worden van de stilte, er is geen wind, de boot beweegt niet, het water is een spiegel. Wat een luxe!
We laten ons anker vallen in 3m diep water langs oude bekenden. Tikki, een Deense boot ontmoetten we voor het eerst in Guadeloupe. Ze zijn hier nog een paar dagen voordat ze richting het Zuiden zeilen (Columbia). We doen samen nog een paar uitstapjes. We varen met onze dinghy’s de rivier op tussen de mangroven door tot op het einde waar we de bootjes aan een dock leggen. 15 minuten wandelen van het dock is er een eco resort dat bekend staat voor zijn vele zwembaden met natuurlijk water. We kopen een dagpas, die staat garant voor een dag waterplezier en een lunch buffet. Maar eerst beklimmen we de heuvel naar het uitkijkpunt, vanwaar we Blowing Bubbles en Tikki in de verte zien liggen. Na de klim hebben we het behoorlijk warm, tijd voor lunch en een luie namiddag langs de zwembaden.
We genieten van de grote rustige ankerplek en het kalme weer, verkennen de baai met de dinghy, varen tussen de hoge begroeide rotspartijen vol vogels door en we zien waarom dit ook wel de Halong bay van de Domincaanse Republiek wordt genoemd. We varen een andere rivier op en bezoeken de grot met overblijfselen van de tekenkunst van de Taino indianen. Ze woonden hier en maakten grotschilderingen in deze specifieke grot, het zijn primitieve tekeningen van mensen, walvissen, haaien en andere dieren.
De grot van de “grijze uil” kost ons wat meer moeite. We meren de dinghy af aan het dock en wandelen via een pad de jungle in, we nemen ergens een foute splitsing waardoor we een hele hike moeten maken in de jungle. Hier was ik niet op voorbereid, ik heb standaard mijn slippers aangedaan. Gelukkig zijn ze goed ingelopen en ben ik er ondertussen aan gewoon. Ik moet wat beter uitkijken waar ik mijn voeten zet op het ongelijke pad, maar het lukt. Na ongeveer 45 min bereiken we eindelijk de grot, deze is heel anders dan de vorige met een erg smalle ingang en zeer hoge plafond, het is er lekker koel. De hike terug duurt heel wat minder lang, we hebben het juiste pad terug gevonden.
De laatste dag laat ik me weer vangen. Eerder schreef ik al dat strandjes er vanaf het water altijd mooier uitzien maar ik laat me toch weer verleiden om een kijkje te nemen op het mooie witte strand met palmbomen dat zomaar tussen de mangroven ligt. Ik haal JM over om erheen te gaan met de dinghy, maar daar krijg ik later spijt van. Het zand zit vol met sandflies, no see-ums, nono’s of hoe je ze ook wilt noemen. Kleine, venijnige vliegjes die je aanvallen op het eerste zicht lijkt het nog mee te vallen, ik heb er niet teveel last van, maar de volgende dag beginnen die kleine, bijna onzichtbare beten genadeloos te jeuken. Ik ben de laatste tijd al wat gewoon en kan redelijk goed van jeukende muggenbeten afblijven maar deze beten zijn 10 keer erger, ik moet er gewoon aan krabben zo vreselijk is de jeuk! Geen enkele zalf aan boord brengt verlichting, het enige dat even werkt is azijn en ijsblokjes. Ik zal het strandje niet snel vergeten….de hevige jeuk duurt 3 dagen voordat het een beetje betert.
Het waren 6 heerlijke dagen in dit mooie natuurreservaat, al zeilend terug richting Samana vangen we nog een viske, een Bonito. Die gaat straks de pan in!
prachtig allemaal!! gelukzakken dat jullie dit allemaal kunnen beleven!! Wat betekent de ‘grot van de grijze uil’?? Nog veel mooie bezichtingen!!
We zijn heel erg blij dat we dit allemaal kunnen bewonderen. Grijze uil is gewoon de naam van de grot vertaald uit het Spaans: “Lechuza Ceniza”